Een van de wezenlijke kenmerken van de veelgeprezen interne markt in Europa is, of zou moeten zijn, dat het eenvoudig is een factuur voor geleverde goederen of diensten te innen, ook dan wanneer de schuldenaar in het “EU-buitenland” zit. Sinds tien jaar bestaat er in Europa daarvoor het Europees betalingsbevel, maar het kan niet bepaald worden gezegd dat hiermee het grensoverschrijdend incasseren veel eenvoudiger of veel efficiënter is geworden. Het Europees betalingsbevel is (nog) niet zo succesvol als men had gehoopt.
De gedachte van het Europees betalingsbevel is dat men in het land van vestiging op eenvoudige wijze (met een formulier) de Nederlandse rechter kan vragen een onbetwiste vordering te voorzien van een Europees betalingsbevel. Een procedure hoeft daarvoor niet te worden gevoerd. Als tegen het betalingsbevel geen bezwaar wordt gemaakt, dan heeft het bevel dezelfde werking als een vonnis en kan, in principe, in het buitenland ten uitvoer worden gelegd. Tot zover de theorie. De praktijk is vele malen weerbarstiger. Er worden een aantal eisen gesteld aan een vordering die op deze wijze mag worden geïncasseerd. In eerste instantie moet het om een onbetwiste vordering gaan (in veel gevallen zal de vordering op al dan niet juiste gronden worden betwist) en er moet in de algemene voorwaarden sluitend zijn afgesproken dat de Nederlandse rechter bevoegd is. Dat laatste is vaak niet het geval, vaak hebben beide partijen hun voorwaarden van toepassing verklaard en is juist onduidelijk welke voorwaarden gelden. Ook hoeft een debiteur niet bij de Nederlandse rechter zijn bezwaar tegen het Europees betalingsbevel in te dienen, hij kan het bezwaar ook kenbaar maken bij zijn lokale rechter zodra het betalingsbevel ten uitvoer moet worden gelegd. En die tenuitvoerlegging heeft zeker in de praktijk ook nogal wat haken en ogen, vaak moeten dan alsnog allerlei stukken worden vertaald in de taal van het land van de schuldenaar.
Tot slot staat de wetgeving van veel landen toe dat debiteuren tegen wie een betalingsbevel is uitgevaardigd alsnog de mogelijkheid hebben bij hun lokale rechter ieder denkbaar bezwaar in te dienen. Met als gevolg dat er in de praktijk alsnog een procedure moet worden gevoerd, voor de Nederlandse rechter dan wel voor de lokale rechter. Het Europees betalingsbevel is dus voor veel handelsvorderingen geen geschikt instrument.
Vanuit onze specialisatie voor Duits recht bevelen wij onze cliënten, die vorderingen in Duitsland willen incasseren, daarom ook vaak aan de weg van het Mahnbescheid te bewandelen. Het Mahnbescheid kan online worden aangevraagd en wordt, wanneer de crediteur in Nederland is gevestigd, uitgevaardigd door de rechtbank van het district waar de schuldenaar is gevestigd. De rechtbank zendt dit Mahnbescheid aan de schuldenaar, en deze heeft twee weken de tijd bezwaar aan te tekenen. Doet hij dat, dan wordt de zaak omgezet in een procedure bij de betreffende rechtbank. Indien de vordering in die procedure wordt toegewezen, kan het vonnis, nadat het uitvoerbaar is verklaard, eenvoudig naar de deurwaarder worden gezonden ter incasso. Een vertaling van het vonnis en het vragen van een Europese uitvoerbaarheidsverklaring is niet nodig.
Maakt de schuldenaar geen bezwaar tegen het Mahnescheid, krijgt het Mahnbescheid de betekenis van het vonnis en kan rechtstreeks naar de deurwaarder worden gezonden om ten uitvoer te worden gelegd.
Heeft u een Duitse debiteur en vraagt zich af of deze procedure ook voor u de betere weg is, aarzelt u dan niet met ons contact op te nemen.